Gewichtheffen is een krachtsport waarbij er op een aantal manieren halters met een bepaald gewicht vanaf de grond boven het hoofd worden gebracht. Dit gebeurt door middel van oefeningen als trekken en stoten. Gewichtheffen is een sport waarbij er veel aandacht wordt besteed aan techniek, aangezien de oefeningen niet gemakkelijk zijn.
Gewichtheffen in CrossFit
Gewichtheffen wordt in CrossFit gebruikt omdat het een enorm effectieve manier is om kracht, snelheid, coördinatie, flexibiliteit en vooral explosiviteit te trainen. Omdat de bewegingen technisch erg moeilijk zijn, zal flexibiliteit ook erg belangrijk zijn. Bijna elke sporter heeft wel baat bij gewichtheffen en dat is ook de reden dat het veel gebruikt wordt in CrossFit.
Hieronder worden de oefeningen beschreven uit het gewichtheffen die veel in CrossFit voor komen:
Het trekken (de snatch)
Het trekken, of de snatch is een oefening waarbij de halter vanaf de grond met één vloeiende beweging met gestrekte armen boven het hoofd wordt gebracht, deze beweging mag niet onderbroken worden. De oefening wordt uitgevoerd met een wijde greep (wide grip) en dit mag tijdens het uitvoeren van de oefening niet veranderd worden.
Vanuit hurkpositie (squat positie) wordt de halter, door het strekken van de benen en het romp tot borsthoogte gebracht. Daarna, tijdens de versnelling, moet er snel onder de halter gekomen worden. Dit leidt tot de positie waarin de halter met gestrekte armen in hurkzit (overhead squat) opgevangen wordt. Hierna moet er voor gezorgd worden dat de benen gestrekt worden en deze weer netjes op één lijn gebracht worden.
Het trekken (de snatch) in stappen:
Het stoten (de clean & jerk)
Het stoten, of de clean & jerk is een oefening waarbij de halter vanaf de grond eerst gebracht wordt tot schouderhoogte, door middel van het voorslaan van de halter naar de borst. Hierna wordt de halter uitgestoten boven het hoofd, met gestrekte armen. Vanuit de deadlift positie wordt de halter vastgepakt, met een schouderbreedte grip. De halter wordt via één beweging naar de borst voorgeslagen en in een hurkzit (front squat) opgevangen. Hierna moet ervoor gezorgd worden dat de persoon uit de hurkzit komt, opstaat. In tegenstelling tot het trekken mag de persoon bij het opstaan wisselen van greep. Vervolgens wordt, met behulp van een kleine uitval sprong, de halter boven het hoofd gestoten. Hierna worden net als bij het trekken, de voeten weer netjes op één lijn gebracht.